Belangrijke regels en tips

Tijdens de seizoensdrukte op het water, is het noodzakelijk dat iedereen rekening met elkaar houdt. Net zoals in het verkeer op de weg, gelden er ook verkeersregels op het water.

Regels en tips op een rijtje

Overige vragen

Een snelle motorboot mag niet sneller varen dan 20 km per uur ten opzichte van het water. Plaatselijk kunnen echter vaarwegen of gedeelten daarvan zijn aangewezen waarop dit verbod niet van toepassing is, dan wel waarop een andere maximum snelheid van toepassing is.

  • Binnen een afstand van 20 meter uit de oever
  • Binnen 50 meter van een zwem- of aanlegrichting
  • Nabij wedstrijden, waterfeesten, demonstraties of soortgelijke gebeurtenissen
  • Bij een zicht van minder dan 500 meter
  • In een haven
  • In de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang.
  • Snelle motorboot: 18 jaar
  • Motorboot, groot schip en zeilboot langer dan 7 meter: 16 jaar
  • Open motorboot, die niet sneller kan dan 13 km/u en korter is dan 7 meter: 12 jaar
  • Zeilbootjes korter dan 7 meter en kleine roeibootjes: geen minimum leeftijd.

Waterscooters worden als snelle motorboten beschouwd. Waterscooters mogen in principe daar snel varen waar de plaatselijke autoriteiten snelle motorboten toestaan sneller dan 20 km per uur te varen. De autoriteiten kunnen vaarwater of delen van vaarwater aanwijzen dan wel verbieden voor waterscooters. Dit wordt soms door borden of gele boeien aangegeven. Indien u wilt weten waar waterscooteren is toegestaan, kunt u het beste ter plekke informatie inwinnen. Bijvoorbeeld bij de gemeente, een watersportvereniging of een jachthaven.

U mag niet met een schip (laten) varen als u (als schipper) onder invloed bent van alcohol. Het alcoholgehalte van uw bloed mag niet hoger zijn dan 0,5 promille. Dit geldt zowel voor de pleziervaart als voor de beroepsvaart. Om te controleren of u alcohol gedronken heeft, kan de waterpolitie u een ademtest laten doen. Voor het weigeren van de ademtest kunt u een boete krijgen. Voor het varen onder invloed van alcohol krijgt u een dagvaarding.

Kleine schepen (korter dan 20 meter) moeten in het algemeen voorrang verlenen aan grote schepen, passagiersschepen, veerponten en sleepboten. Er zijn echter uitzonderingen. Bijvoorbeeld wanneer ze aan de stuurboordzijde in een vaargeul varen

Schepen die een met boeien afgebakende geul of een hoofdgeul binnenvaren, moeten voorrang verlenen aan een schip dat in dat hoofdvaarwater aan stuurboord vaart.